Motor
Een
motor is een machine die energie in beweging omzet. Hij vormt het kloppende hart van iedere auto en zorgt ervoor dat die doet wat hij moet doen: rijden! Auto’s maken gebruik van zogenoemde interne verbrandingsmotoren. Dat betekent dat de brandstof in de motor zelf wordt verbrand. Door deze verbranding wordt druk gegenereerd, die vervolgens wordt omgezet in beweging.
De meest gebruikte brandstoffen zijn benzine, diesel en LPG. Er wordt tegenwoordig echter ook geëxperimenteerd met alternatieve brandstoffen als waterstof, ethanol of aardgas. Een motor kan normaal gesproken maar op één soort brandstof werken.
De cilinders
Het verbrandingsproces vindt plaats in de
cilinders. Afhankelijk van de wijze waarop de cilinders staan opgesteld, kun je diverse typen motoren onderscheiden. De meeste personenauto’s hebben een lijnmotor, waarbij de cilinders gewoon netjes op een rij staan.
Bij een V-motor staan de cilinders in twee rijen in een V-vorm tegenover elkaar. Een V12-motor heeft bijvoorbeeld 6 cilinders links en 6 rechts. Verder is er nog de boxermotor, waarbij de cilinders recht tegenover elkaar liggen.
De belangrijkste onderdelen van een cilinder zijn de in- en uitlaatkleppen, bougie en zuiger. De cilinderinhoud (in cc of liter) geeft aan hoeveel gas (lucht-brandstofmengsel) er in de cilinders verbrand kan worden.
Het viertakt-principe
Motoren werken tegenwoordig allemaal volgens het viertakt-principe. Dit betekent dat de motor in vier stappen werkt. In de eerste stap (de inlaatslag) beweegt de zuiger naar beneden en worden verse lucht en brandstof via de inlaatklep de cilinder ingezogen. Tijdens de compressieslag beweegt de zuiger weer naar boven en worden de lucht en brandstof gemengd en samengeperst. De in- en uitlaatklep staan dicht.
De derde stap is de arbeidsslag. De bougie laat een vonkje ontstaan, waardoor het lucht-brandstof mengsel ontbrandt. Er vindt daardoor in feite een klein ontploffinkje plaats. De druk die daarbij vrijkomt, duwt de zuiger weer naar beneden. Bij de uitlaatslag beweegt de zuiger zich weer naar boven en worden de afvalgassen via de geopende uitlaatklep naar buiten geduwd. Vervolgens begint het hele proces weer van voren af aan.
De krukas
SCHAKEL TUSSEN ZUIGERS EN WIELEN
Het zojuist beschreven principe geldt voor benzinemotoren. Bij dieselmotoren wordt in de inlaatslag alleen lucht naar binnen gezogen. De diesel wordt tijdens de derde stap ingespoten en ontbrandt vervolgens spontaan (dus zonder "hulp" van een bougie) als gevolg van de warmte die is ontstaan door de samendrukking van de lucht.
Hoe zorgt de beweging van de zuigers er nu voor dat de wielen van je auto gaan draaien? Daar zorgt de
krukas voor. Deze staat (via zogenoemde drijfstangen) in verbinding met de zuigers en zet hun op- en neergaande beweging om in een draaiende beweging. Deze wordt vervolgens, via de nodige tussenstappen